Had gisteren een afspraak met de neuroloog voor de uitslag van het neuropsychologisch onderzoek dat ik een aantal weken geleden gedaan heb. Hij maakte een schetsje met de situatie voor het ongeluk – ik werd op 9 maart 2011 geschept door een auto -, de situatie na het ongeluk en de situatie nu.
De lijn gaat gestaag omhoog maar ik ben er nog niet. Ik zit nog onder mijn kunnen. Hij kon me niet verzekeren dat ik de top weer zou halen maar niets wijst er op dat dat niet zou gebeuren. Hij noemde twee jaar als een mogelijkheid.
Ook raadde hij me af avondlijke afspraken te maken, ik was het beste ’s morgens en dan ging het langzaam minder goed. Gelukkig heb ik op de meeste avonden gewoon een zwemtraining en verder niets. Ik merk zelf ook dat het ’s avonds moeilijker wordt. Mijn hoofd wordt wolliger en ik krijg pijn op de plek waar mijn hoofd hardhandig de straat raakte. Ik mag mezelf absoluut niet uitputten. Niet denken als ik moe ben, dit kan ik wel terwijl ik me moet terug trekken. Als ik mezelf ga uitputten duurt de genezing langer
Hij haalde de foto’s erbij die ze van me genomen hebben vlak na het ongeluk. Ik herkende mezelf meteen. De vorm van mijn schedel, mijn ronde ogen waarbij mijn rechteroog kleiner is dan mijn linker. Ik was diep ontroerd. Wat zag ik er mooi uit van binnen. Ze hadden een heleboel foto’s gemaakt die hij me allemaal liet zien en waar hij van alles bij uitlegde. Alle luchtwegen in mijn neus, prachtig.
Hij zei ook dat ze eigenlijk op zo’n foto niet echt kunnen zien hoe de hersenen er aan toe zijn. Wel zien ze of de schedel nog heel is en mijn schedel was nog heel.
Er zullen dagen voorbij gaan waarbij je niet meer aan het ongeluk denkt verzekerde mij de neuroloog.
Er waren zulke dagen maar vandaag en gisteren heb ik er veel aan gedacht. Niet zo zeer aan het ongeluk maar wel aan de gevolgen.
Dat rare gevoel in mijn hoofd. De angsten die ik voelde. En het ergste: het verbreken van de liefdesrelatie met R.
Geef een reactie