Je vader vertelde over zijn studie, Scheikunde en hoe hij in de oorlog geweigerd had de loyaliteitsverklaring te tekenen en had moeten onderduiken. Samen met andere onderduikers had hij op de boerderij van zijn tante gezeten, geregeld hadden ze een tijd moeten schuilen in een hut in het veengebied in de buurt van de boerderij waar ze met een punter heen waren gevaren door zijn oom. In zijn oorlog was er genoeg eten geweest en zijn tante kon lekker koken. Hij had niets geweten van de honger die er in het Westen heerste en hij wist niets over het lot van zijn oudste zus die het slachtoffer was geworden van die honger en waar jij naar genoemd bent. Terwijl hij over zijn overleden zus sprak pakte hij mijn hand, nu was het mijn beurt in zijn hand te knijpen om hem te bemoedigen. Hij vertelde hoe ongerust zijn moeder was geweest na de bevrijding en hoe ze steeds had gezegd dat zij pas echt van de bevrijding kon genieten als ze zeker wist dat Teddy veilig was. Na vier weken kwam het bericht dat Teddy overleden was na de geboorte van haar tweede kind. Voor het eerst en voor het laatst in zijn leven had opa gevloekt. Oma was ingestort en had weken in bed gelegen.
‘Ik geloof sindsdien niet meer in God,’zei je vader. ‘Mijn ouders bleven bidden maar een God die zulke dingen doet, daar kan ik niet in geloven. Een kind wegnemen, dat hoort niet. Ouders horen voor hun kind te sterven. Ze zijn er nooit over heen gekomen. Ik weet dat jij gelovig bent Tati, ik wil het respecteren maar ik hoop dat je kunt accepteren dat ik niet naar de kerk ga.’
Geef een reactie