‘Ik heb hier helemaal geen zin in, zus, ‘zei ik. ‘Ik wil dit niet. Ik wil dit niet doen. Ik wil niet dat dit gebeurt. Oh mijn god, wat is er toch gebeurd met ons, we waren zo’n leuk gezin. Wat gebeurt er toch? Waarom moet dit gebeuren? Wat hebben we gedaan? Ik geloof dat ik gek word. De pijn in mijn hoofd en in mijn hart is zo groot. Moeder weg, vader dood. Ik ben een wees. Hoe kan dat nou?
‘Rustig maar, lief zusje. ‘Dalia zuchtte diep. ‘Laten we op zoek gaan naar Vader’s papieren. Laten we een begrafenisondernemer bellen, dan kunnen zij morgenochtend Vader wassen en afleggen. Jij gaat met mij mee. Ik laat je niet hier alleen achter.’
Onze Vader had zijn papieren keurig geordend. Een paar weken geleden had hij ons bij zich geroepen en gezegd dat hij niet wist of hij nog lang zou leven en dat we in de onderste la van zijn bureau alles konden vinden wat er gebeuren moest na zijn dood. In een blauwe ordner zat alles geordend. Hij had een uitvaartverzekering afgesloten voor een bedrag waarvan we champagne konden schenken en taart konden uitdelen, en bovenaan stond een naam en telefoonnummer van een begrafenisondernemer. We besloten het nummer te bellen en een boodschap achter te laten met de vraag ons te bellen.
Geef een reactie