Gearresteerd

Nadat Amit weg was gereden op een lokfiets van de politie werden we gearresteerd. We moesten mee naar het bureau op de Warmoesstraat waar we in een arrestantenhok werden gegooid. We kwamen bij een oude vriend vandaan die ons een enorm stuk hasjiesj wilde verkopen. We hadden besloten de hasjiesj bij hem te laten en waren op de trein gestapt. Op het station stond een fiets niet op slot. ‘Kijk nou toch,’ zei Amit, ze sprong op de fiets en fietste er op weg. Een politiewagen glipte achter haar aan en reed haar klem. Ze werd achterin de wagen geduwd. Ik rende er wild zwaaiend achteraan. ‘Ik hoor er ook bij,’ riep ik en ook ik werd achterin gegooid. Een van de agenten reed de fiets weer terug naar de plek waar Amit hem had aangetroffen. Ik denk dat ze bezig waren met een gerichte actie tegen fietsendieven want er werd gewacht op een andere wagen die ons overnam en ons naar de Warmoesstraat reed. Daar zaten we in het arrestantenhok. We moesten onze veters uit onze schoenen halen en Amit werd eerst verhoord. Toen ze terugkwam vertelde ze me dat ze het land uitgezet zou worden als ongewenste en illegale vreemdeling. Met veel geschreeuw en misbaar werden twee mannen naar binnen gegooid die onmiddellijk met elkaar op de vuist gingen, een broodmagere trillende vrouw begon te gillen als een speenvarken, vier agenten stormden naar binnen om de vechtende mannen uit elkaar te halen en tegen Amit en mij werd geschreeuwd naar buiten te gaan. Daar stonden we in een afgesloten halletje. In het arrestantenhok werd geschreeuwd, geduwd en gevloekt. Mij waren de tranen in mijn ogen gesprongen, zoveel verbaal en fysiek geweld als dit had ik niet eerder meegemaakt en het idee dat Amit het land uitgezet zou worden maakten dat de tranen me over de wangen rolden. Ook de stoere Amit was aangedaan, ‘Wat is dit?’ riep ze. Een oudere rechercheur liep langs, hij pauzeerde bij ons en vroeg aan Amit of ze Israëlisch was. Op haar ja nodigde hij ons uit in zijn kamer. ‘Wat is het probleem precies?’ vroeg hij. Huilend vertelde ik dat Amit op een fiets was gaan zitten die niet op slot voor het Station stond en dat we toen gearresteerd waren en dat Amit het land dreigde te worden uitgezet. ‘Blijf hier even zitten.’ Zei hij. ‘Hij is Joods,’ zei Amit ‘en ik denk dat hij ons gaat helpen.’ Dat was zo. Na een kwartiertje kwam hij terug en zei hij ons dat we naar huis mochten.
Dit voorval maakte me angstig voor Amit, er hoefde maar iets te gebeuren of ze werd het land uitgezet. Ik wilde haar zeker niet op zo’n manier missen en ik begon naar een man te zoeken waar ze mee zou kunnen trouwen. Een meisje waar we meewerkten had een vriend die zich beschikbaar stelde. Hij wilde toch niet trouwen en hij wilde ons wel helpen. We waren blij. Jaap en Amit gingen in ondertrouw en op een druilerige dag in mei trouwden Jaap en Amit in het stadhuis van Amsterdam.





Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: