
Tussen weten en niet weten zit een heel gebied. Bij mij kleurt dat gebied van zwart tot grijs. In tinten: van donkerzwart naar lichtzwart en van donkergrijs naar lichtgrijs. In dat tussengebied oordeel ik. Ja dat durf ik gerust te stellen, ik oordeel.
Ik weet heel goed dat oordelen niet mag, ik weet niet of dit met mijn christelijke achtergrond te maken heeft of met het christelijke land waarin ik leef, want Jezus de Christus zei : oordeel niet opdat u niet geoordeeld zult worden…. * (zie hieronder)
Maar ik oordeel. En mijn oordeel is vaak helemaal niet positief. Natuurlijk denk ik ook wel eens ‘wat een lief persoon’; ook dat is een oordeel maar vaker denk ik: ‘wat is er mis met dat mens’?’ en dan vul ik van alles in of ‘hoe durft hij’ en dan zijn er in mijn hoofd allerlei scheldwoorden op die persoon van toepassing of ‘die heeft echt problemen’ en dan zijn dat problemen die in de DSM** beschreven staan. Het gaat er mij nu niet om om mijzelf nu te veroordelen (want dat mag ook niet) maar omdat ik me realiseer en wil erkennen dat ik last heb van dat oordelen en veroordelen. Ik denk niet dat het me ooit gaat lukken om zonder oordelen te zijn maar ik zou dat wel graag willen, niet omdat Jezus het zegt of de een of andere verlichte geest maar vooral omdat mijn oordelen van mij in de weg zitten.
* (Maar wat hij precies zei wist ik niet meer dus even opgezocht: “Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden.” (Lucas 6:37). Andere woorden voor ditzelfde vers: En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden.’Ik zou nu natuurlijk een theologisch verhaal kunnen gaan houden over deze tekst en het verschil maar misschien kan ik dit overlaten aan mijn theologische vrienden, Jan? Tynke?)
** (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5th Edition: DSM-5 (DSM-5))
Geef een reactie