Wat terugkomt

Ruim twintig jaar geleden gingen mijn vriendin en ik naar Mexico.
In een stoffig kust plaatsje had zij een stoffige bungalow gehuurd aan zee. We waren er het jaar daarvoor ook geweest en het was er paradijselijk. Ze ging altijd in februari, het was daar dan nog redelijk rustig en het zand was niet te heet.
Elke ochtend zwom ik met twee oudere Amerikaanse vrouwen de baai over en ontbeet daarna in een tentje op het strand. Ik verheugde me op deze vakantie, weg uit het grijze Nederland.
Twee dagen voor vertrek werd ik ziek, ik had hoge koorts(39.8) en was enorm beroerd. De wereld zag er flets uit. We namen mijn ziekte niet erg serieus en we gingen op reis. Ik lag met hoge koorts in het lege vliegtuig op drie stoelen en de stewardessen kwamen steeds aan met ijsblokjes die ik op mijn hete hoofd legde. Nu zou ik niet meer reizen met die hoge koorts maar ik dacht toen nog dat de koorts wel zou zakken en dat ik me na een aantal dagen, zoals dat gaat met griep, beter zou voelen, ik ben erg goed in het ontkennen van mijn eigen ziektes en gevoelens. Maar ook in het paradijs werd ik niet beter, ik lag met hoge koorts op het strand op een houten strandstoel. Een keer ging ik het water in om te kijken of ik me beter zou voelen maar ik ging er snel weer uit.

In Nederland had ik een Mexicaanse vrouw ontmoet die in Guernavaca woonde en zij had me uitgenodigd haar te komen bezoeken en ik besloot dat te doen.

Ik nam de nachtbus naar Guernavaca. Midden in de nacht moest ik er bij een benzinestation langs de snelweg uit. Dat was blijkbaar Guernavaca. Daar stond ik, in het midden van niks, in het duister met mijn bagage. Aan de overkant van de weg stond een taxi met zijn lichten te knipperen. Was dat voor mij bedoeld? Auto’s kwamen en gingen en de taxi bleef knipperen. Uiteindelijk liep ik erheen.
De taxichauffeur overhandigde me een brief waar in stond dat de vriendin onverwacht naar New York moest en dat de taxi me naar haar huis zou brengen, hij zou me een sleutel geven voor een deur naar de tuin en het middelste huisje was voor mij.
Ik stapte in.
Ruim een half uur reden we door een donkere stad tot de taxi stopte en ik de sleutel kreeg.
Die paste op een stevige deur die ik opende en daarna weer op slot deed. Een lamp verlichtte een grote tuin met een aantal huisjes. In het middelste huisje was het bed opgemaakt. Er stond een vaasje met bloemen en er lag een briefje dat me welkom heette.
De vrouw bleek een genezeres te zijn en had een bloeiende praktijk met patiënten over de hele wereld. Nu was ze naar een zieke jazzmuzikant in New York. Ze zou over twee dagen terug komen en dan weer vertrekken naar Buenos Aires. Ik lag daar in die kamer en toen ze terug kwam uit New York zag ze hoe ziek ik was. Ze zei dat haar assistent Dulce me de volgende dag een massage zou geven.
Een hele lieve vrouw, misschien eerder een meisje, kwam me de volgende dag halen, ze had iets vaag bekends, maar ik was te ziek om er verder over na te denken.
Ze begon me te masseren, van teen tot top, alles raakte ze aan. Tijdens de massage moest ik overgeven en huilen en overgeven en huilen, het was een waanzinnige ervaring, ik denk dat de massage wel drie of vier uur duurde. En het wonderlijke was dat ik na de massage beter was. De koorts was weg. Ik kon weer denken.
Ze had de hele koorts eruit gemasseerd.
Het was ongelooflijk.
Toen ik haar vroeg hoeveel ze van me kreeg zei ze: niets.
Ik zei niets? Je bent zo lang met me bezig geweest, ik wil je betalen voor je tijd.
Nee zei ze, weet je niet dat jij me gered hebt?
Ze vertelde.
Twintig jaar geleden (dus nu veertig jaar geleden) was zij in Nederland, in Amsterdam. Ze was zes weken zwanger. Ze was dakloos en wachtte op geld om weer terug naar Mexico te gaan.
Ze voelde zich heel slecht en zou de baby later verliezen.
Ik was haar ergens tegen gekomen, we waren in gesprek geraakt en ik had haar mijn woning aangeboden.
Ik ging de volgende dag voor twee weken naar Italië. En ze kon in mijn huis.
Daar was ze tot rust gekomen en ze was me er dankbaar voor. Met deze massage ‘betaalde’ ze me terug.
Vannacht werd ik midden in de nacht wakker en herinnerde ik me dit opeens weer. Ik heb er nooit meer nagedacht. Tot vannacht.
De herinnering ontroerde me zo dat ik niet meer kon slapen. Het is zo: wie goed doet, goed ontmoet.
Ook al wist ik niet meer dat ik een wildvreemde vrouw mijn huis aanbood, zij wist het nog.
Zij Dulce.

Ze bleek een genezeres te zijn en had een bloeiende praktijk met patiënten over de hele wereld. Nu was ze naar een zieke jazzmuzikant in New York. Ze zou over twee dagen terug komen en dan weer vertrekken naar Buenos Aires. Ik lag daar in die kamer en toen ze terug kwam uit New York zag ze hoe ziek ik was. Ze zei dat haar assistent Dulce me de volgende dag een massage zou geven.
Een hele lieve vrouw, misschien eerder een meisje, kwam me de volgende dag halen, ze had iets vaag bekends, maar ik was te ziek om er verder over na te denken.
Ze begon me te masseren, van teen tot top, alles raakte ze aan. Tijdens de massage moest ik overgeven en huilen en overgeven en huilen, het was een waanzinnige ervaring, ik denk dat de massage wel drie of vier uur duurde. En het wonderlijke was dat ik na de massage beter was. De koorts was weg. Ik kon weer denken.
Ze had de hele koorts eruit gemasseerd.
Het was ongelooflijk.
Toen ik haar vroeg hoeveel ze van me kreeg zei ze: niets.
Ik zei niets? Je bent zo lang met me bezig geweest, ik wil je betalen voor je tijd.
Nee zei ze, weet je niet dat jij me gered hebt?
Ze vertelde.

Twintig jaar geleden (dus nu veertig jaar geleden) was zij in Nederland, in Amsterdam. Ze was zes weken zwanger. Ze was dakloos en wachtte op geld om weer terug naar Mexico te gaan.
Ze voelde zich heel slecht en zou de baby later verliezen.
Ik was haar ergens tegen gekomen, we waren in gesprek geraakt en ik had haar mijn woning aangeboden.
Ik ging de volgende dag voor twee weken naar Italië. En ze kon in mijn huis.
Daar was ze tot rust gekomen en ze was me er dankbaar voor. Met deze massage ‘betaalde’ ze me terug.

Vannacht werd ik midden in de nacht wakker en herinnerde ik me dit opeens weer. Ik heb er nooit meer nagedacht. Tot vannacht.
De herinnering ontroerde me zo dat ik niet meer kon slapen. Het is zo: wie goed doet, goed ontmoet.
Ook al wist ik niet meer dat ik een wildvreemde vrouw mijn huis aanbood, zij wist het nog.
Zij Dulce.





Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: