In de herfst en in de natte winters ~Hugo Claus
In de herfst en in de natte winters
zijn er dagen dat er niets gebeurt
binnenshuis. Niets dan het breken van het verleden,
als het breken van een verleden dag in glas,
als het smelten van vijverstukken ijs,
zodat het eraan moet, het verleden, het moet eraan.
Maar het verleden en het vandaag geven niet op,
zij draaien in een paardenmolen, geven elkaar de hand
en worden weer weken en maanden en eindelijk getijden.
Er zijn dagen
dat de uurwerken van alle torens van het land
een half uur achter staan
en niet één van de wintermensen heeft het gemerkt,
en de verlorene, door niemand opgespaarde halve uren
rijden door dorp en stad, ongezien, achter de trams en
de boerenpaarden en kleven samen tot een nieuwe dag,
zoals sneeuw een ijsman vormt,
tot een ijsdag voor de eenzamen,
voor wie alle avonden heilig zijn
als deze.
In: Gedichten 1948-1993, 1994
Amsterdam: De Bezige Bij
Geef een reactie