Tot mijn grote schrik las ik vanmorgen dat Robin Williams was overleden. Niet gewoon in een bed aan het eind van zijn leven, geen verkeersongeluk, maar aan een lange en slopende ziekte: depressie.
Hij heeft zich van het leven beroofd. Robin Williams! Die komiek. Die komische rare man die zo goed kon spelen, die me zo deed lachen, leed aan zware depressies.
Een flink aantal jaren geleden zag ik hem in een interview op TV waar hij vertelde dat hij last van depressies had, ik meen me zelfs te herinneren dat hij vertelde dat hij bipolar was of manisch-depressief.
Ook herinner ik me dat ik hem niet zo lang geleden in een interview zag waar eigenlijk geen touw aan vast was te knopen, ik begreep er niet veel van wat hij zei. Hij klonk vreemd, raar, manisch. Hij maakte een geestelijk ongezonde indruk. Maar ik dacht niet dat dat blijvend ongezond zou zijn. Maar dat was het. Dat vertelt zijn einde.
De stap om het te doen, om werkelijk een einde te maken aan het leven: ik kan het goed begrijpen en ik kan het niet begrijpen.
Hij had een kind, hij had een vrouw. Waarschijnlijk dacht hij dat de wereld beter af was zonder hem.
Iemand schreef in een Tweet dat elke keer als de donder klinkt hij zal denken dat God met zijn hand op tafel slaat omdat hij zo moet lachen om Robin Williams.
Geef een reactie