>
De zon schijnt. Maart begint goed. Het zal niet lang meer duren of de zon doet zijn entree in mijn tuin. Vorig jaar was het 7 maart toen de zon de tuin in kwam, het jaar daarvoor was het 8 maart en ik geloof de jaren daarvoor ook. Altijd onthouden vanwege vrouwendag, ben benieuwd wanneer ik de eerste stralen tref in mijn tuin. Net scheen de zon al op mijn bed. De katten lagen er in. Sterretje helemaal gekromd uitgestrekt met haar achterpootjes in de lucht en Midas tegen haar kopje. In de zomer staat de zon te hoog om de kamer in te schijnen en alleen bij een bepaalde stand valt de zon mijn achterhuis binnen. Wat verheug ik me op de dag dat ik op de bank achter de keuken met de zon in mijn gezicht zit. Of op de stoel achter mijn slaapkamer de zon op mijn gesloten ogen laat stralen. De lux naar binnen. Aan de overkant van de straat staat de zon tot ruim twee meter boven de grond te stralen op de donkerbruine stenen, de ramen en het rode pannendak. Mijn tuin ga ik binnenkort klaar maken voor de lente. Misschien pas als het echt wat warmer is maar ik voel de warmte in de lucht. Afgelopen zaterdag in Maastricht voelde ik voor het eerst weer de kracht van de zon. Die warmte van dat verre hemellichaam dat ons leven hier op deze planeet mogelijk maakt.
De zon terug en de kou eruit. Dat zijn de doelen van de wereld op het Noordelijk Westelijk Halfrond, of hoe zit dat eigenlijk met die termen. Wij zijn het Noordelijk Halfrond en wij zijn ook het Westen. Waarom eigenlijk? De aarde draait van oost naar west. Voor Japanners liggen wij in het Westen maar voor Amerikanen liggen wij in het Oosten. Noord en Zuid zijn duidelijke begrippen maar Oost en West? Go West Young man en ik zie die vrolijke gekken van de Village People dansen. Dat was nou echt een leuke groep met grappige liedjes.
Ik had helemaal niet in de gaten dat zij allemaal een stereotype uit de gay scene voorstelden. Ik dacht dat ze een typische echte mannelijke Amerikaanse groep jongens waren uit de gevarieerde Amerikaanse bevolking. Pas later, misschien toen ik in aanraking kwam met de Amerikaanse gay scene, begreep ik dat ze iconen uit die scene waren. Niet de vrouwelijke homoseksuele jongens die ik kende van de Rooie Flikkers en Bloolips, maar de New Yorkse scene die ik niet lang daarna zelf ging verkennen.
Keith Haring leefde volop toen ik in 1980 over de straten liep van de East Village. Overal op de straathoeken stond zijn tag: Clones go home. Hij vond die snorren en lerenjacks niets begreep ik. Ik miste ze ook die leuke lieve vrouwelijke jongens met hun lange haren, die lippenstift droegen en een lijntje hadden getekend onder hun ogen. Ze droegen jurken maar deden niet hun best vrouwelijker dan een vrouw te zijn, de homo jongens die ik kende droegen een jurk omdat ze een jurk wilden dragen, het was geen teken van travestie. Ik geloof zelfs dat er in de kringen een beetje werd neer gekeken op travestieten omdat ze niet politiek waren.
De jaren tachtig waren de jaren van de mannelijke homo. Hoe stoerder hoe beter. Kort haar en snor. Nog mannelijker dan de meeste mannen. Je hoefde ze niet meer mietje te noemen, je kon een klap voor je kanis krijgen, dat was de uitstraling. Ze gingen ook allemaal aan enorm wilde seks doen, soms zelfs voor mijn ogen grepen ze elkaar bij tepels en kruis. Niet lang daarna brak die walgelijke ziekte uit die al zovelen van mijn vrienden en kennissen en onbekenden heeft opgegeten waaronder:
Keith Haring, Klaus Nomi, Jaybee Breckenridge, Antonella, Charles, Robert Mapplethorpe, Marjon.
Geef een reactie