De kat (4) en hoe ik aan hem kwam.

Midas was bij me komen wonen nadat ik een tijdje katloos was geweest. Nadat mijn allerliefste DuiveltjeDuif plotseling ernstig ziek was geworden, waarschijnlijk een hersenbloeding, had ik uit verdriet geen nieuwe kat willen hebben.

DuiveltjeDuif was geboren uit mijn Kitty, de kat die ik sinds 1978 had gehad, Kitty was bezwangerd door een wilde kater uit de tuinen van de Egelantiersstraat waar ik met Lidi en Peti en Bert woonde. De wilde kater had ook de kat van Peti en Bert bezwangerd.

Natuurlijk was ik bij de geboorte van de vijf katjes, een geboorte die nogal moeizaam was, alle katjes kwamen met hun achterlijfjes eerst en voorzichtig trok ik ze er uit, het waren drie cypertjes, een bijna geheel zwarte en een met witte voetjes.

Ik had ze in een doos naast mijn bed, een keer kwam pa kijken naar zijn kroost, een van de kleintjes blies naar hem en dat kleintje blies ook naar mij toen ze voor het eerst haar oogjes open had, ik tilde haar op, ze kijk me met haar ronde oogjes aan en stak haar pootjes naar me uit. ‘ Wat ben jij voor klein duiveltje,’ sprak ik en vanaf dat moment was ik verliefd. Ik wilde haar toch geen Duiveltje noemen dus het werd DuiveltjeDuif afgekort tot Duifje.

Duifje was een schat van een kat, zij heeft in haar leven nooit iets kwaads meegemaakt, ik kon haar in mijn armen meenemen naar de dierenarts, ze bleef rustig zitten.

Op een dag, ik denk dat ze een jaar of dertien was viel ze om, alle kracht was uit haar gevaren, met de minuut ging het slechter met haar, ik nam haar mee naar de dierenarts waar ze haar wat kalmerends gaven en haar aan een infuus legde waar ze iets van opknapte.

Hierna gaven ze me haar mee naar huis, het gaat wel aflopen met haar, zeiden ze, u kunt haar nog brengen voor een spuitje. De hele verdere dag en de hele nacht liep ik met haar in mijn armen, ze was slap, ook de volgende dag hield ik haar in mijn armen, opeens hief ze haar kopje, keek me aan, plaste en stierf.

Ook haar begroef ik in de tuin.

Ik wilde geen kat meer, niet weer. Ik had alleen nog mijn hondje de Cavalier King Charles Brittania of Grace and Joy. Britta en ik hadden het goed maar Britta joeg geen muizen. En die kwamen in de winter hun heil binnen zoeken.

Ik ben niet echt bang aangelegd maar voor muizen ben ik bang, er moest een kat komen.

In de dierenwinkel van Saskia waar ik dagelijks kwam hing een briefje met foto op de deur, het was een foto van een stevige rode langharige kater: ‘Goed tehuis gezocht voor twee jarige Perzische kater’ stond er op. Het hing er al zeker twee maanden. Ik ging naar de winkel en vroeg Saskia of die kat nog steeds een goed tehuis zocht en of de kat met honden kon. Saskia ging bellen en vertelde me dat de kat er nog was en dat ik maar moest bellen.

Ik belde en we maakten een afspraak voor die avond, ze woonden om de hoek, ik zei hen dat ik met een hond leefde en dat ik die hond zou meenemen om te kijken of  de kat met een hond ging.

Die avond liep ik met Britta naar het opgegeven adres, ze woonden op de tweede verdieping en ik zag een rode kater in de vensterbank zitten.

Britta en ik kwamen binnen, de kat kwam naar me toe en schonk Britta geen enkele  aandacht, Britta snuffelde aan hem en kwispelde. De kat liep koninklijk verder.

‘Dat gaat dus wel,’ zei ik, ‘wat een mooie kat, waarom doet u hem weg?’

De vrouw vertelde dat ze deze kat voor haar dochter had gekocht, ze had zelf al een Siamees maar de Siamees had een hekel aan de nieuwe kat, joeg hem de hele tijd door het huis en’s avonds had ze steeds weer opnieuw het bloed moeten opruimen. Het laatste jaar hadden ze de katten gescheiden gehouden en had Midas de hele dag opgesloten gezeten. Dit kon niet langer. Midas verdiende een beter leven.

Wat een ontzettend zielig verhaal! Mijn hart brak.

‘ Ik wil hem wel,’ zei ik, ‘ik heb een tuin.’

‘Wat fijn, zei de vrouw, neemt u hem dan wel meteen mee.’

Ze stopte de kat in een mandje en gaf me eten mee en duwde het mandje in mijn handen.

Enigszins overrompeld liep ik met Britta aan de riem en Midas in de mand naar buiten.

‘Nu hebben we opeens een kat,’ zei ik tegen Britta.

Thuisgekomen liet ik Mickey uit de mand en hij zocht meteen een kast op waar hij twee dagen in bleef zitten.




Eén reactie op “De kat (4) en hoe ik aan hem kwam.”

  1. Lieve Dia,
    Wat een mooie en lieve reportage heb je geschreven over Mickey / Midas, ik vond het heel ontroerend!
    Het verhaal is ook heel herkenbaar voor een aantal hele lieve katten/poezen waarvan ik afscheid heb moeten nemen.
    Met name mijn rode katertje Spoekie die voor mijn ogen een hartaanval kreeg (denk ik) en die ik ook begeleid heb in het stervensproces toen ik niet wist hoe ik een kat moest reanimeren !!
    Te bedenken dat ik zelf met ernstige hartproblemen kampte gaf een extra dimensie aan alles.
    Stiekem dacht Ik, Spoek is voor mij overleden, ik mocht doorgaan….
    Zo’n 15 jaar hebben we van hem mogen genieten, het was een geweldig beest.
    Bij mij aankomen lopen toen ik met mijn vorige poes, Schoffie, op een camping woonde. Schoffie verdroeg geen andere katten in de buurt, maar toen Spoekie binnen kwam lopen keek ze me aan en zei: het is goed hij mag er bij.
    De eigenaar van Spoek woonde een paar caravans verderop en toen hij wegging waren we er allebei van overtuigd dat die kleine rode donder (hij was nog geen jaar) bij ons hoorde.
    Schoffie is 18 jaar geworden en van ouderdom gestorven op een moment toen ik niet thuis was. Wel had ze de nacht ervoor afscheid genomen door de hele nacht bij mij onder de dekens te slapen wat ze eerder nooit gedaan had….
    Je ziet het door jouw verhaal te delen, denk ik weer even aan mijn lieverdjes, dank daarvoor xx
    Veel liefs, Marion


Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: