(Uit een roman in wording)
Je werd toch niet zomaar gek? En wat hield het eigenlijk in als iemand ‘gek’ was geworden? Hoe ‘gek’ was iemand? Als iemand ‘gek’ was was iemand dat dan altijd geweest? Was onze moeder ‘gek’? Als onze moeder gek was geworden was dat toch ook vreselijk voor haar? Gek, was dat het missen van contact met de werkelijkheid? Niet meer weten of wat je voelde echt was en of echt gebeurde wat je dacht dat er gebeurde. Je partner ging vreemd maar was dit ook zo of dacht je alleen maar dat dit gebeurde? Stel dat was iets, je partner die vreemd ging. Je twijfelde er eerst aan en langzamerhand begreep je steeds meer dat het zo was. Je partner ging vreemd. Je wilde er niet aan maar het was zo. Wanneer was je dan eigenlijk gek? Toen je nog geloofde dat je partner niet vreemd ging? Of toen je door had dat z/hij wel vreemd ging? Werd je dan gek? Of was je het al? Was mijn moeder die vrouw waar ik zo van hield gek? Was ze alsmaar al gek geweest? Was niets van wat ze had gezegd waar? Of was juist alles waar want gekken spreken de waarheid.
‘Wat zit je fanatiek te kauwen, Teddy. Waar zit je met je hoofd?’
‘Bij gek, ‘ zei ik, ‘volgens jullie is Moeder gek geworden. Maar kan dat zo maar?’
Geef een reactie