Je bent en blijft mijn schattekat

Ik heb honderden foto’s van haar.

Mijn schattekat is vanmorgen gestorven, ze is zestien jaar geworden. Ze had wel ouder mogen worden maar als ik terug kijk op de laatste weken was dit misschien het natuurlijke proces.

Ik had al een tijdje gemerkt dat ze minder goed at. Ze hield nooit echt van kip en ook niet van vis, als ze dat in haar bakje had moest ik het meeste weggooien, wel was ze dol op rund en ze was dol op knabbeltjes. Een paar weken geleden besloot ik eten te bestellen bij een zaak in België die eten speciaal voor haar zou maken. Ik vulde een lange vragenlijst in, laadde een foto op van Sterretje en niet veel later kwam het eten. Met een foto van Sterretje.

Verwachtigsvol vulde ik Sterretje’s bakje en ze sprong er meteen op af en begon te eten. Ze at het hele bakje leeg. Had ik nu iets goed gevonden?

                        Hier eet Sterretje het nieuwe voer van Justrussel

Toch at ze steeds minder. Het natvoer dat ik erbij gaf at ze niet meer. Ook niet de soep die ze eerder op smikkelde.

Ik weet niet of ik me hier nu schuldig over moet voelen. Maar waarvoor eigenlijk?

Dat ik niet heb aangedrongen? Dat ik niet extra lief was? Dat ik haar niet bijvoerde? Dat laatste deed ik, ik gaf haar de knabbeltjes waar ze zo van hield.

Die at ze.

Behalve maandag. Toen rook ze eraan, at er misschien een.

De eerste foto van haar maakte ik op 31 augustus 2009, ze was een piepklein katje, haar oogjes waren nog blauw. Ze was geboren op een boerderij in de Betuwe, haar moeder was een half wilde kat en de vader was een jonge rooie. De vrouw die op de boerderij woonde was een kennis van een kennis en toen de kittens een week of vijf waren ging ze op vakantie en moesten we de kittens halen.

Een piepklein mini katje met een ster op haar voorhoofd.

Ze kwam ‘s nachts meteen op me liggen, hard spinnend.

Ik had graag een kat gewild die op schoot kwam maar dat deed ze niet.

Wel kwam ze vaak op me liggen als ik op de bank lag en naar de TV keek, ze kwam dan naast de bank zitten en dan klopte ik naast me en zei Kom maar Sterretje, soms spring ze dan op me, maar vaak tilde ik haar op en legde haar op me. Ze keek me aan en begon te spinnen. Soms ging ze op haar zij liggen en zorgde ik er met mijn hand voor dat ze niet van me af viel,  ze had dan een oogje open waarmee ze naar me keek.

Dat was zo een teder moment.

Ook ‘s nachts lag ze vaak op me, dan lag ik doodstil want als ik een beweging maakte schoot ze er af en ging ze op het voeteneind liggen. Of als ik moest hoesten, ze bleef twee hoestjes en dan sprong ze weg.

Zoals afgelopen maandag,  de laatste keer dat ze bij me lag. Ze bleef niet lang. En nu nooit meer.

Deze ontmoetingen met haar ga ik verschrikkelijk missen.

Ik stond net in de keuken en herinnerde me hoe ze altijd in de tuin was, zomer, winter, herfst en lente. ‘S Nachts kwam ze soms binnen, maar 98% van de dag bracht ze buiten door. Liggend op een van de vele kussens in mijn tuin. Soms las ze in het poezenmandje onder een van de bankjes.

Zestien jaar lang was ze er gewoon, elke dag. Twee keer was ze een periode afwezig. Toen was ze krols en was ze verdwenen. Dagen en nachtenlang kwam ze niet thuis. Ik wilde bijna briefjes op hangen en door de brievenbussen gooien en toen kwam ze weer. Uitgekrolst. Na de tweede keer krols heb ik haar laten steriliseren. Dat was een van de drie keer dat ik met haar bij de dierenarts was. Haar leven hier met mij was zo vanzelfsprekend. Wel realiseerde ik me onlangs dat er een tijd zou komen dat ze niet meer bij me was en ik zei tegen haar: blijf jij nog maar lang bij me. Misschien wilde ze dat wel maar helaas is het leven eindig.

Ik moet een plek in de tuin vinden om haar te begraven. Een vriend komt me helpen. Ik ben blij dat ik niet alleen ben.





Plaats een reactie