Vraag Yegor: Wat is er veranderd in de LGTB gemeenschap en wat is hetzelfde gebleven?
Antwoord: In de jaren zeventig en tachtig bestond er helemaal niet zoiets als een LGTB gemeenschap. Wij waren lesbisch en we hadden niets te maken met mannen, aan biseksualiteit besteedden we geen aandacht, we geloofden er niet in, hoe kon je na genoten te hebben van de liefde van een vrouw, gaan houden van een man die tenslotte de onderdrukker was? En met transseksuelen hadden we weinig te maken behalve onze vriendin Marijke die misschien wel als jongen geboren was maar gewoon een meisje was en een figuur uit het Vrouwenhuis die een man leek in een jurk.
Meisjes die jongens wilden worden bestonden misschien wel maar wij, de lesbische feministen die gezien konden worden als jongensachtige vrouwen, wilden een ander soort vrouw worden. Een ander soort vrouw dan onze moeders, een ander soort vrouw als de buurvrouw en een ander soort vrouw dan de vrouwen op straat. Wij wilden geen man worden maar een nieuw soort vrouw.

Vlak na het maken van deze foto kwam een boze buurman met een ketting op me af en begon me ermee te slaan. Ik riep: je slaat mij met een ketting terwijl ik op dode stenen schrijf? Hij hield op. Later realiseerde ik me dat dit de muur van de Noorderkerk was en schaamde ik me wel.
Met de mannelijke vrienden die ik in mijn meest radicale tijd had, verbrak ik het contact of zij met mij omdat ik ontzettend ongezellig was geworden. Ik hamerde voortdurend op de ongelijkheid tussen man en vrouw, tussen hen en mij, en het was onmogelijk een gewoon gesprek met mij te voeren.
Voor mij ontstond er pas een gevoel van community toen de Gay Games naar Nederland zouden komen, ik heb me er vanaf het begin bij betrokken.
Er kwam een blad dat naar de vrijwilligers zou verbinden en ik meldde me aan voor de redactie.
In de redactie van dat blad zaten ook mannen. Ik kon het vooral goed vinden met Ronald, hij herinnerde me eraan dat ik vroeger graag met jongens omging en graag met ze speelde toen ik een kind was.
Niet lang nadat bekend was geworden dat de Gay Games naar Nederland zouden komen kwam er een advertentie in de kranten die iets zei van: Ben je lesbisch of homoseksueel en hou je van zwemmen? Meld je aan bij Bob van Schijndel. Ook daar meldde ik me meteen aan. Ik had net het plezier van zwemmen ontdekt en wilde beter worden.
Ik had een proeftraining gedaan bij de Dolfijn, de bekendste zwemvereniging van Amsterdam, maar daar kregen we zulke saaie opdrachten, met echtparen sprong ik het bad in vanaf de duikplank, we zwommen een paar slagen en mochten het opnieuw proberen, de echtparen hadden het naar hun zin maar ik was geen echtpaar dus de advertentie van Bob van Schijndel was een antwoord op mijn droom.
(Bob kende ik. Hij was een bekende naam in de homowereld. Hij had lang in de gemeenteraad gezeten voor de Pacifistische Socialistische Partij en deed van zich spreken. Ook was hij de initiatiefnemer van het homomonument waar wij, mijn lesbische vriendinnen en ik, ons ook zeer betrokken bij voelden speciaal toen een van ons Karin Daan, die monumentaal ontwerper was, haar plan met ons besprak, dat indiende en uiteindelijk werd uitgekozen om het te verwezenlijken. Het homomonument met de drie driehoeken wijzend naar het Monument op de Dam, het Anne Frank huis en het toenmalige COC op de Rozenstraat.)

Ik weet niet of anderen het met me eens zullen zijn maar door de Gay Games ontstond er zoiets als een homo en lesbische gemeenschap die later uitgebreid zou worden met andere letters.
Dat is in ieder geval iets dat veranderd is, van mijn eigen lesbische subcultuur omarmde ik in de jaren negentig mijn homoseksuele broeders, in de nieuwe eeuw hadden de biseksuelen ook hun plek opgeëist en stond de deur wagenwijd open. Allerlei devianten wilden erbij horen en waren welkom.


Plaats een reactie