
Het meisje vroeg me: Waar wonen de dode mensen?
Ik: Dat weet ik niet
Zij: Maar jij weet toch alles?
Ik: Nee, ik weet het niet
Zij: ik wil dat je het weet. Ik wil dat je me vertelt waar de dode mensen wonen.
Ik: De dode mensen wonen in of op een plek waar alles is wat ze willen, als ze op het strand willen zijn, zijn ze op het strand, een prachtig glad zandstrand met palmbomen, een warme gladde zee waar ze fanatiek in kunnen zwemmen als ze dat willen en ontspannen kunnen drijven als ze dat willen, als ze drijven is er een bar in het water waar ze heerlijk ananassap kunnen drinken of sap van de watermeloen, mooi opgemaakt met een kers en een milieu-vriendelijke rietje. Ook staat er na het zwemmen eten op de bar, wat de zwemmers maar willen, al worden er geen dierlijke producten geserveerd, voor de dierlijke producten zoals bacon zijn er fantastische plantaardige producten die net zo smaken maar waarvoor niet een beest heeft moeten sterven. Niemand sterft daar, beesten ook niet, er zwemmen prachtige vissen, rondom de mensen, je kunt ze aanraken en je kunt ook met ze praten en zij praten met jou, dit is als je graag bij het water bent en bij de zee. Als je niet zo houdt van het zoute water in de zee is de zee zoet, al is zout natuurlijk een onderdeel van de zee.
Dus misschien als het water zoet is, is het niet de zee maar een meer, en groot prachtig meer met kristalhelder water, waar de zon doorheen schijnt en het is alsof de zon in het water is, kleine spikkeltjes gouden zon, zo is het, zo is het water.
Zij: Maar als je nou niet van zee houdt ben je daar dan ook als dood mens?
Ik: Nee, sommige mensen houden van bergen, met besneeuwde toppen en watervallen en valleien vol groen, als je daar naar toe wilt kun je daar heen. Ook al lig je op het strand ligt of al zwem je in zee, als je aan de bergen denkt, ben jij bij de bergen. Nu weet ik zelf niet zoveel van de bergen, ik kom uit Nederland en daar heb je geen bergen, ook ben ik niet zo vaak in de bergen geweest dus ik ken de charme van de bergen niet maar misschien als ik dood ben dat ik de bergen leer kennen. Hetzelfde geldt voor mij voor de bossen, ik houd niet echt van de bossen, ach om er soms door heen te lopen, dat vind ik goed maar je zult mij daar niet vinden als ik dood ben.
Dan lig ik in het water, ik lig het liefst in het water en beweeg me zwemmend voort.
Zij: Je wist het toch. Dank je
Plaats een reactie